Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], [Schin.] [132]De lippen dergenen, die tegen mij opstaan, en [133]hun dichten [134]tegen mij den gansen dag. 132. De woorden mijner vijanden, waarmede zij mij dreigen. 133. Dat is, de gedachten van hun boos hart. 134. Versta hierbij, hebt Gij gehoord.